|
Om het gedrag van de jongens in juiste banen te leiden had elke kostschool naast de surveillance haar eigen systeem van belonen en straffen.
Beloning en straf droegen daarbij steeds het karakter van eerbewijs en vernedering. Goed gedrag en ijverig werken werden gestimuleerd door de jongens met de hoogste punten voor de hele goegemeente in het zonnetje te zetten. Boosdoeners werden even publiekelijk aan de kaak gesteld. Op het rapport stond een extra kolom cijfers die voor elk vak je plaats in de rangorde aangaf. Straffen hadden het karakter ven een quarantaine: op de knieën zitten bij het schoolbord voor in de klas tijdens de lessen, of thuis moeten blijven van de dagelijkse wandeling.
Dit systeem pakte in de praktijk nog wel eens averechts uit: jongens die van tijd tot tijd de klas op stelten zetten en daarbij het risico liepen een uur of langer op de knieën te moeten zitten, werden door hun klasgenoten meer bewonderd dan de braveriken die elke maand een getuigschrift voor goed gedrag scoorden.
Er waren ook maandkaarten, toegekend op basis van het aantal noten of punten dat je verzamelde. De leerlingen begonnen iedere maand met honderd "goede noten". Daarvan konden in de loop van de maand "kwade noten" afgetrokken worden, al naar gelang een broeder je betrapte op barbaarse tafelmanieren, een brutaal antwoord, een niet opgeruimd kastje, of andere misstanden. Hield je negentig of meer goede noten over, dan kreeg je op het eind van de maand de witte kaart met daarop de woorden 'zeer loffelijk'. Was je saldo tussen de negentig en vijfenzeventig, dan viel je in de categorie 'loffelijk' met een rode kaart. Daaronder kwam de groene kaart 'min loffelijk' en moest je er op rekenen het twee weken zonder snoep te moeten doen ... Afhankelijk van je score kreeg je meer of minder snoep verstrekt.
Oudere leerlingen die zich niet gedroegen of onvoldoende presteerden mochten niet roken of moesten een strafklas bezoeken: "Als je in de kapel gein geschopt had, kon je wat beleven.Je moest dan strafsommen maken. Derde machten. 'Begin maar met 467.' Dat moest in de derde macht, dus 467 x 467 en dan die uitkomst nog eens x 467: en dan weer delen. De broeders hadden tabellen. Die konden zo zien wat de uitkomst moest zijn. Als het niet goed was kon je de week erop weer terugkomen. Zat je weer een vrije middag binnen ..."
|
|
» MEDIA

fotokopie maandkaart (1963) « openen


cartoon strafsommen « openen

|