Het meisjespensionaat was in Nederland en Vlaanderen een veelal katholieke kostschool, vaak geleid door nonnen.


De geschiedenis van deze instellingen gaat terug tot de middeleeuwen. Meisjes van goeden huize werden, hoewel ze ook vaak huisonderwijs kregen van een gouvernante, van vader of van een kapelaan, soms ook wel naar een klooster gestuurd om er van de zusters een goede opvoeding te krijgen. Ook begijnen (vrome vrouwen die vaak in begijnhoven woonden maar niet ingetreden waren in een klooster) hadden scholen waar meisjes intern onderwijs konden genieten.

Lees verder over:
  • betere stand : Het meisjespensionaat was iets voor de hogere standen. Dit moest je dan ook duidelijk laten merken.
  • deugden : Nederigheid, bescheidenheid, gehoorzaamheid en discipline, stiptheid, wellevendheid, orde, ijver, kuisheid ...
  • het vagevuur : Wie zondigde kon erop rekenen dat het vagevuur stond te pruttelen ...
  • jongens : Contact met de andere sekse was uiteraard uit den boze.
Meer hierover kun je lezen in het boek "Bij de zusters op kostschool" door Marieke Hilhorst, Bruna, Utrecht, 1989. Uit dit boek zijn ook citaten uit dit deel van de site afkomstig.

 
»  MEDIA 


klik hier om dit item te openen
foto
bij de nonnen op school
« openen



klik hier om dit item te openen
link naar artikel
nonnen
« openen