|
Ongehoorzaamheid werd niet alleen "materieel" bestraft, bijvoorbeeld door een meisje te verbieden deel te nemen aan de recreatie, maar ook voorzien van het stempel "zonde".
Op lange termijn had dat een groter effect: men ging zich schuldig en slecht voelen om het minste of geringste. Angst voor de straf die je voor je zonden in het hiernamaals te wachten stond was voor veel meisjes een reële dreiging ... "Alles wat je deed werd teruggebracht tot godsdienst, met name tot goed en kwaad." vat een oud-leerling uit de zestiger jaren het samen.
Ook het opstoken en aanzetten van anderen tot ondeugden of het niet beletten van ongehoorzaam gedrag van anderen viel onder zonde. "Er werd enorm veel nadruk gelegd op zonde. Je kwam er haast niet onderuit. Op een gegeven moment werkte het wel averechts, je kreeg er ontzettend genoeg van! Als je alle regels serieus nam kreeg je er zelfs angstcomplexen van".
De nonnen zelf konden er dan ook wat van: Eva Raedt-de Canter beschrijft in haar roman "Internaat" hoe een van de zusters reageert op haar zoveelste ongehoorzaamheid, terwijl de groep meisjes waar zij bij hoort aan tafel zit: "ze kijkt je vernietigend aan en draait langzaam haar hoofd van je weg. Tientallen hoofden doen hetzelfde. Je weet ineens weer, hoe slecht je bent. Hoe verwarrend en raadselachtig getekend door zondigheid en verderf ..." Hierbij moet worden opgemerkt dat niet iedere congregatie of elke zuster zo hamerde op het begrip "zonde", maar het kwam wel degelijk vaak voor. Wat zondig was bleef vaak onduidelijk. Uitleg was vaag en leerlingen begrepen vaak niet waar het over ging. Zo kon het gebeuren dat meisjes vaak nachtmerries hadden over morele kwesties, zoals hoe erg het is als je ter communie bent gegaan terwijl je daarvoor een dropje of pepermuntje gegeten hebt ...
|
|
» MEDIA

link naar artikel onveiligheid was ons basisgevoel « openen


cartoon het vagevuur stond te pruttelen ... « openen

|