Traject 52.01


Joeren zit in leerjaar 2 van het VMBO. Hij is een drukke leerling, die reageert op elke impuls, elke prikkel in de klas. Hij bemoeit zich constant met andere leerlingen en is voor leraren moeilijk aanspreekbaar. Als een docent hem waarschuwt en verzoekt om mee te doen met de les, zegt hij zalvend "Ja meneer", maar denkt iets anders ("Nee klootzak, ik ga gewoon door'). De leraar krijgt het gevoel dat het bloed onder zijn nagels wordt weggehaald. Jeroen!". "Ik zei toch: ja meneer". De vertwijfelde docent: "Nog één keer en je kan verdwijnen". Na nog vijf waarschuwingen is het genoeg. Met overslaande stem maant de docent Jeroen het lokaal te verlaten. Treiterend langzaam pakt Jeroen zijn spullen en verlaat stilletjes mopperend de klas.

wegglijden
Traject 52.01 is een time-outvoorziening van het samenwerkingsverband Midden-Limburg-Oost. De voorziening bestaat uit systeembouwlokalen op een locatie buiten een reguliere school, maar fysiek gekoppeld aan svo-lom-school de Balans. De twee instellingen delen de ingang van de speelplaats.
De time-outvoorziening is een initiatief van de tien scholengemeenschappen in het samenwerkingsverband. Zij hebben daarvoor bij het ministerie een pilot aangevraagd.
Risicoleerlingen die 'aan het wegglijden' zijn, worden tijdelijk geplaatst binnen Traject 52.01, met als doel na een grondige observatieperiode (soms weken, soms maanden, soms een jaar) een vervolgtraject te kiezen. Dat wil zeggen: of terug naar de reguliere school, of terug naar een andere reguliere school of een vervolgtraject op een andere school of onderwijsvoorziening. In de anderhalfjaar dat de voorziening bestaat, hebben 34 leerlingen een dergelijke (nieuwe) weg gevonden.

De resultaten na anderhalf jaar:
Leerlingen die binnen de termijn terugkeren naar een school binnen het samenwerkingsverband: 33%
Leerlingen die na drie maanden nog steeds succesvol de (nieuwe) school bezoeken: 42%
Leerlingen die in Traject 52.01 hebbenbereikt wat vooraf was verwacht 75%
Leerlingen die Traject 52.01 niet naar verwachting hebben afgesloten 21%

De leerlingen die naar Traject 52.01 gaan, nemen in een 'rugzakje' geld mee. Voor elke maand dat ze op Traject 52.01 zijn, betaalt de toeleverende school vijfhonderd gulden. Voordat ze geplaatst worden, bekijkt de Permanente Commissie Leerlingenzorg hun dossier en formuleert daar toekomstverwachtingen bij. Is de situatie zo kritiek dat de leerling meteen in Traject wordt geplaatst, dan volgt het plaatsingsbesluit 'met terugwerkende kracht'.
In de time-outvoorziening worden de leerlingen in groepen van vier tot vijf leerlingen opgevangen. De leraren zijn overwegend vanuit de svo-lom-school in het samenwerkingsverband gedetacheerd. De leerlingen krijgen een intensieve pedagogische begeleiding, maar het lesprogramma gaat daarnaast gewoon door.

Spiegelen
Jeroen zit in een groepje van vijf leerlingen in Traject 52.01 en bemoeit zich weer voortdurend met zijn medeleerlingen. 'Jeroen, blijf eens bij je eigen werk", zegt de leraar. "Ja meneer", is het bekende antwoord. De leraar vraagt door: "Wat is dat ja'? Vul dat eens in?" "Ik ga het nu echt proberen, meneer. "Goed, daar zullen we ons dan aan houden." Een halfuur gaat het goed, maar dan wil Jeroen weer beginnen. "Is het proberen nu al afgelopen,"Jeroen?, zegt de leraar. Hij spiegelt voortdurend het gedrag van de leerling. In kleine stapjes krijgt de leerling verantwoordelijkheid terug. Aan het eind van de morgen vraagt de leraar aan Jeroen: "Hoe is het gegaan?". "Ik ben wel tevreden meneer". "0, dat vind ik fijn voor je. Morgen proberen we het weer." Uit een telefoongesprek met de mentor van Jeroen op diens eigen school, blijkt intussen dat de lessen daar veel plezieriger verlopen. De groep waar Jeroen deel van uitmaakt, is tot rust gekomen en docenten geven er aanzienlijk plezieriger les.
Een van de scholen uit het samenwerkingsverband is het Stedelijk Lyceum te Roermond. Woordvoerder Sjef van Drummen bevestigt dat time-outplaatsing de spanning in de school wegneemt. Bovendien zegt hij: "Wij gaan nu vaker tot op de bodem van hetgeen wij zelf kunnen, omdat we weten dat er altijd een uitweg is naar het Traject. " Als succes factoren van de time-outvoorziening noemt hij dat de kleine setting positief werkt. Ook is de 'pedagogische' aandacht intensiever, de sociale problemen worden verdiept, er wordt aan 'groepsgedrag' gewerkt en het schokeffect van de plaatsing in Traject brengt een bewustwording~ gesprek op gang.
Zijn collega Kees Tielemans van de afdeling vmbo-groen van het Agrarisch Opleidingencentrum noemt nog een factor: "In de ogen van de ouders wordt er aan hun kind gesleuteld, waardoor ook zijzelf anders gaan reageren. De impasse wordt doorbroken". Ook Ludo Peters, medewerker van Traject 52.01, ziet die positieve wending bij de ouders: "Rij een leerling die rust krijgt, kan weer over positieve zaken gesproken worden. Er zijn weer beloningsmomenten."
Gaat een leerling weer terug naar de reguliere school, dan kijken leerling en school elkaar eerst goed in de ogen. In een intakegesprek wordt een leerling-contract opgesteld waarin de wederzijdse bereidheid is vastgelegd. Soms is het beter dat de leerling op een andere school verder gaat: als er te veel is gebeurd, is een nieuwe start wenselijk.

Drie samenwerkingsvormen
De situatie in Roermond en omgeving is landelijk bezien niet uniek. Elk samenwerkingsverband moet alle leerlingen kunnen opvangen. Scholen verschillen en zullen een verschillend zorgaanbod bieden. Daarom moeten de zorgvoorzieningen complementair zijn: wat de ene school niet kan bieden, moet te vinden zijn op een andere school of op een bovenschoolse voorziening, zoals een orthopedagogisch-didactisch centrum (opdc). Er zijn drie vormen van samenwerking te onderscheiden:
  1. het samenwerkingsmodel. De samenwerking is georganiseerd op het niveau van de afzonderlijke scholen. Er vindt wel afstemming plaats, maar er is geen bovenschoolse voorziening.
  2. het expertisemodel. De expertise is gebundeld op een school of een centrale dienst. Individuele scholen doen een beroep op deze expertise bij het verzorgen van specifieke zorg.
  3. het voorzieningenmodel. Dit model wordt gekozen als het samenwerkingsverband van mening is dat het goed is als leerlingen tijdelijk opgevangen kunnen worden op een plaats waar expertise gebundeld aanwezig is. Docenten en leerlingen krijgen ondersteuning en leerlingen worden tijdelijk opgevangen in de afzonderlijke voorziening (het opdc).
In Roermond en omgeving is de keuze gevallen op het voorzieningen model. Dit werd mogelijk doordat de scholen binnen het samenwerkingsverband dezelfde visie op zorg hebben. Ook bleek de gemeente Roermond bereid om haar schouders onder het project te zetten. Alle partijen vonden het belangrijk dat de expertise niet versnipperd werd en dat deskundigheid vanuit het svo4om behouden bleef. De komende jaren zal de zorgstructuur van het samenwerkingsverband misschien wel gaan veranderen. Door goede preventieve begeleiding moeten de opvangmogelijkheden op de individuele scholen toenemen en zal de uitstroom naar het opdc afnemen. Op korte termijn gaat svo-lom de Balans op in de afdeling leerwegondersteunend onderwijs van de scholengemeenschap BC Broekhin. Maar er blijft behoefte aan een time-outvoorziening voor het samenwerkingsverband. Ook in de toekomst zullen er 'Jeroenen' zijn die (tijdelijk) passende begeleiding nodig hebben. Het is de bedoeling dat zij een plaats krijgen op een zorgvoorziening die wordt opgezet bij BC Broekhin. Jeroen zelf heeft inmiddels zijn draai gevonden op een andere school voor vmbo. Hij wilde zelf liever niet terug naar zijn oude school. Vier maanden geleden is hij begonnen op zijn nieuwe school. Met ondersteuning van de trajectmedewerkers en van de PCL is daar een handelingsplan Opgesteld, dat tot nu toe goede resultaten laat zien. Jeroen past zich goed aan en zit weer 'in het ritme' van de school.

 
»  BRON 


Tussen 08 en 18.