|
De kunst is niet naar elkaars boze gezicht te blijven kijken maar naar het gezicht achter het gezicht. Want achter weerstand gaan vaak angsten en belangen schuil.
Een leerling is te ver gegaan. Hij moet er uit, maar wil dat niet. De docent is geneigd breed uit te pakken en te gaan schreeuwen, maar bedenkt zich. In plaats daarvan laat hij de leerling opschrijven wat gebeurd is en wat de oorzaak daarvan was. Zodra er tijd voor is, bespreekt de docent het voorval en maakt met de leerling afspraken om herhaling te voorkomen.
De kwaliteit van deze docent is dat hij eerst contact maakt met de leerling en praat over wat er is gebeurd. Vervolgens neemt hij een maatregel om het ongewenst gedrag voortaan te voorkomen.
Een klas is helemaal uit het gareel gelopen. De docent laat de leerlingen hun verhaal vertellen: "Wat is er met jullie aan de hand?" De leerlingen blijken verontwaardigd te zijn over iets wat het vorige uur in een andere les is gebeurd.
De kwaliteit van de docent is dat hij aansluit bij de situatie van de leerlingen. Op die manier herwint hij hun vertrouwen.
Een leerling is boos, heel boos. Hij kan hierdoor amper uit zijn woorden komen en begint uit pure onmacht een klasgenoot te slaan. De docent haalt het tweetal uit elkaar en laat de leerling direct vertellen wat hem zo boos maakt.
Zijn kwaliteit is dat hij zich kan inleven in de situatie en weet dat deze leerling niet zonder aanleiding zo kwaad wordt.
De docenten in deze situaties zetten de leerlingen op een ander been. Zij laten , binnen veilige grenzen, de leerlingen reageren op een wijze die bij hun past. Na te zijn uitgeraasd kan de leerling zijn verhaal kwijt. De docent stelt het contact met de leerling centraal en leeft zich in in hun belevingswereld. In al deze situaties was sprake weerstand. Weerstand is een (onbewuste) kracht die mensen aanzet tot tegenwerking. Men kan de situatie niet goed meer hanteren. Zonder duidelijke redenen doorbreekt men het normale reactiepatroon. Onder de weerstand zit angst verborgen dat het niet lukt om bijvoorbeeld iets nieuws te leren, of om af te gaan in een lastige situatie. De tegenwerking kan passief zijn: onverschilligheid veinzen, agiteren, of actief: schelden, uit onmacht gooien met dingen.
Als je beseft dat achter de weerstand angst schuilgaat zul je je niet zo snel bedreigd voelen. De kunst is de spanning van de situatie af te halen: de ander moet weer aanspreekbaar worden, doordat er op een andere wijze gereageerd wordt dan men verwacht.
Een voorbeeld tot slot: een klas heeft er geen zin meer in. Het is de zoveelste saaie en taaie les. Sommige leerlingen kunnen de sommen niet meer bijbenen. Īk haal toch geen voldoende meer", denken ze en ze beginnen te klieren. De docent verandert van houding. Hij ziet het probleem van de leerlingen en zegt: "Soms kun je wel eens het gevoel hebben dat je een kat bent en moet leren blaffen.". Door zo'n humoristische opmerking halen de leerlingen opgelucht adem: Hij begrijpt wat er aan de hand is! Nu er weer contact is , kan de docent een afspraak met de leerlingen maken. Ze maken nog een rijtje sommen en gaan daarna iets anders doen waar meer actie in zit!
Bron:12-18, van 12 tot 18, praktijkblad voor het voortgezet onderwijs
|
|
» MEDIA

cartoon weerstand roept weerstand op « openen

|