Verhalen en Mysteries

Sommige schetsen van Vincent hebben een vreemd, mysterieus verhaal ...


Minus Oostrijck
« vergroot »
Voor zover bekend zijn er heden ten dage geen werken van Vincent van Gogh meer in Etten-Leur aanwezig. In 1926 was dat anders: Stokvis beschrijft dat de toenmalige dominee Dijkman hem een kaart van het Heilige Land had laten zien, die Vincent in 1877 gemaakt had als cadeau voor zijn vader. De kaart hing destijds in de consistoriekamer (zie blz. 36). Dezelfde kaart wordt in 1935 ge- noemd door de toenmalige dominee Aalders : "...een door Vincent geteekende landkaart van Pa- lestina, zonder twijfel die, waarvan hij gewag maakt in zijn brief van 18 februari 1878: "de kaart van het Heilige Land, die ik voor Pa's verjaardag maakte met rood krijt en op stevig bruin papier". (Vader van Gogh was 8 februari jarig). Naspeuringen de kaart in Etten-Leur terug te vinden, waren tot nu toe tevergeefs.

Eén bepaalde tekening die Vincent in Etten-Leur gemaakt heeft, heeft jarenlang de gemoederen danig bezig gehouden. Het betreft de mysterieuze tekening die door Minus Oostrijk tot zijn dood toe verborgen werd gehouden. Postbode Minus van Oostrijk, zoon vanJoh. Oostrijk ouderling ten tijde van dominee Van Gogh, bezat 2 tekeningen van Vincent: één van de molen aan de Roosendaalseweg, en één van de Stationsstraat. Minus leende de tekening van de molen uit aan een vriendelijke Amsterdamse dame, die de tekening wilde gebruiken in een expositie. Minus zag de tekening nooit meer terug. Sindsdien hield hij de andere tekening angstvallig verborgen, en liet die aan niemand meer zien. Mensen die in vroeger tijd die tekening gezien hebben waren de amateurschilder Ko Gobbens uit Etten en de kunstschilder Jan Theuns uit Breda. Gobbens deelde over de tekening mee, dat er "waterstrepen" over liepen en dat het perspectief niet bijster geslaagd was. Theuns tekende uit zijn geheugen de tekening na: een licht gebogen verlopend knotwilgenlaantje met enkele figuren, waaronder een straatveger. Minus liet de tekening niet meer zien.

De schets van de
straat met knotwilgen

« vergroot »
In de naoorlogse periode vertolkten journalisten de bezorgdheid van iedereen over de overlevingskansen van de tekening in Minus' onderkomen (een bijna onbewoonbare stulp). Godfried Bomans waagde in 1950 een kans, maar ook hij kreeg de tekening niet te zien. Wel leverde het een kostelijke reportage op. Toen Minus in 1956 stierf nam hij het geheim van de bewaarplaats van de tekening mee in zijn graf In zijn boeltje werd niets meer aangetroffen. In 1957 werd bekend dat de tekening zich bevond bij Minus' buurman Jan de Visser. Reeds in 1932 had Minus de tekening daar ondergebracht, en had hem aan De Visser geschonken in ruil voor alle warme maaltijden die Minus bij de Vissers kreeg. De kranten meldden, dat er zelfs 3 Van Gogh tekeningen bij De Visser waren terechtgekomen: één van de Baai (het verlengde van de Stationsstraat), één vrouwenhoofd en één "ijspret". Ook De Visser liet de tekening aan niemand zien, maar liet wel doorschemeren in te zijn voor een bod.

Toen ontdekte J. van Esch in 1959 in een artikel van de vroegere Ettense dominee L. Aalders een beschrijving en een foto ( ! ) van een tekening:

"En dan een prachtige teekening van den Stationsweg te Etten , die ik vond bij een gemeentelid en waarvan met diens toestemming nevensgaande photo genomen werd door een kunstlievend photograaf Aan beiden hierbij mijn groote dank. Dit stuk dateert zeer waarschijnlijk uit +/- 1881 en is een geschenk van Vincent zelf aan een van de ouderlingen van zijn Vader." Zeer goed zou de beschrijving kunnen slaan op de tekening die Minus, zoon van een ouderling van dominee Van Gogh, verborgen had gehouden.

Dan ontsluiert de journalist Cees Maas in Dagblad De Stem van 6 februari 1988 het wedervaren van de prent: het blijkt inderdaad om de door Ds. Aalders beschreven en getoonde tekening te gaan. Jan de Visser verkocht de prent in 1960 aan de Zwitserse verzamelaar F. Nathan. Deze verkocht hem in 1964 aan R. Lehman te New York. De erven van Lehman verkochten de prent in 1969 aan het Metropolitan Museum te New York, alwaar hij nu tentoongesteld wordt.

De waardering van Van Gogh's werken is overigens wel dramatisch gewijzigd: Couvreur kon destijds de tekeningen van Van Gogh aan de straatstenen niet kwijt; ze brachten 5 cent per stuk op, de mooiere een dubbeltje, en de heel erg mooie zelfs een kwartje! Met een getekend zelfportret van Van Gogh maakte Couvreur de kachel aan. Café Ruedisueli kocht de tekeningen bij Couvreur bij partijen tegelijk, en gaf ze als reclame-artikel bij een biertje cadeau. Expediteur Schrauwen timmerde destijds zijn tuinprieeltje winddicht met schilderijen van Van Gogh. Bij een kelner van café Ruedisueli werd later op de kamerdeur een opgeplakt schilderij van Van Gogh ontdekt. Het schilderij werd met deur en al verkocht!

terug naar de vorige pagina... terug naar de bovenkant van de pagina...