IV Het hoofd
(stap 3 van 7)
--> De ogen
Kijk goed naar de voorbeelden en
lees de tekst hier onder. Elk
deel hoort bij een voorbeeld.
I Merk op dat de ruimte tussen de
ogen even groot is dan als een oog.
II In driekwart aanzicht is het
voorste oog ietwat grote dan het
achterste oog.
III Kijk wat er gebeurt met het
bovenste ooglid als je de ogen
sluit.
IV In het zijaanzicht, onderzoek
de dikte van de oogleden en de
afmetingen van de pupil en de
iris.
V De bovenste pijl laat een
steile helling zien, de onderste
een minder steile.
VI Kijk goed naar de oogleden.
Ze gaan uit elkaar aan de binnen-
kant van de ogen (bij het roze
membraan) en ze komen elkaar weer
tegen aan de buitenkant. Het
bovenste lid is langer dan
het onderste. De bovenste wimpers
zijn langer en dikker dan de
onderste wimpers.
De volgende pagina gaat over de
neus. Klik op volgende om verder
te gaan.
« vorige
|
volgende »
¤ index
|
sluiten ×